De hond die je niet hebt, noem je Bello, iedere dag laat
je hem uit, tik je tegen de zijkant van de boekenkast om
het zwiepen van zijn staart te horen, klik je zijn riem vast
aan zijn halsband - wat hij in gespannen afwachting toelaat -
ga je met hem naar buiten, waar hij blaft naar andere honden,
waarmee hij losgelaten in het park mag spelen maar niet mag
vechten of neuken, wat hij soms wel wil, en die andere honden
soms ook, maar wat hun bazen meestal evenmin als jij goed vinden,
rennen, pissen, poepen - netjes opruimen natuurlijk - en snuffelen
in perken tussen struiken en bloemen mag hij wel: als je een hond had
zou je hem niet Bello noemen, de hond die je niet hebt noem je wel zo.
© Coos de Goede 2021
Nieuwe reacties
07.11 | 15:53
Meesterlijk bedacht!